Pleidooi voor een schaalsprong voor deelfietsgebruik in het natransport
In Nederland fietsen we veel, maar meestal in de buurt van onze woonplaats, omdat je daar een fiets hebt. Deelfietsen hebben de potentie om ons fietsgebruik enorm uit te breiden door mensen in de gelegenheid te stellen overál een fiets te pakken.
Toch wordt deze potentie nog lang niet volledig benut: hoewel 48% van de mensen de fiets gebruikt om naar het station te komen, pakt aan de bestemmingszijde van de treinreis minder dan 2% van de ov-reizigers een deelfiets.
Wij geloven dat het aandeel deelfiets nog kan vertienvoudigen. In dit pleidooi laten we zien waarom een schaalsprong nodig is en wat er voor nodig is om die schaalsprong te bereiken. Zo maken we van Nederland een land waar je overal en altijd een fiets kunt pakken, niet alleen in je eigen woonplaats.
Waarom een schaalsprong voor de deelfiets?
Ooit was de ambitie van de OV-fiets: Overal een fiets! Dat is inmiddels behoorlijk goed gelukt op de treinstations. De vraag is nu: waarom fietsen niet veel meer mensen met de deelfiets? We pakken al massaal de fiets naar het station toe, waarom is het niet net zo logisch om een deelfiets te pakken als je de trein uitstapt?
Met de Ideale Deelfiets verkennen we welk deelfietsaanbod er nodig is om tien keer zo veel mensen op de deelfiets te laten stappen na een reis per OV. Zo’n groot verschil los je niet op met incrementele verbetering: een vertienvoudiging vraagt om een schaalsprong die de drempel een heel stuk lager maakt om een deelfiets te pakken.
Want er zijn nog flink wat drempels. Op veel stations staan te weinig deelfietsen waardoor mensen regelmatig misgrijpen. Het aanbod beperkt zich tot voornamelijk NS-stations terwijl een deelfiets op heel veel OV-knopen (zoals bij metro, tram, bus) en P+R-locaties veel meerwaarde kan bieden. Ergens anders je OV-fiets inleveren of meerdere dagen per week een fiets huren is al snel een duur grapje, waardoor de deelfiets niet kan concurreren met het zetten van een tweede fiets op het station van bestemming.
De voordelen van veel meer deelfietsers
Als het lukt drempels weg te nemen, heeft de Ideale Deelfiets grote voordelen (Alle ▶ kun je uitklappen door te klikken):
De ideale deelfiets versterkt het openbaar vervoer
Openbaar vervoer is uitstekend voor snelle verplaatsingen op grotere afstanden, maar minder geschikt voor lokale ritten. Met de deelfiets kun je in de haarvaten van de stad komen, plekken bereiken die ver van haltes liggen en gemakkelijk meerdere verplaatsingen met elkaar combineren. Waar het OV goed is in het bundelen van grote vervoersstromen, zijn (deel)fietsen juist ideaal voor de talloze dunne vervoersstromen. Op momenten dat het OV niet of minder vaak rijdt, kun je met een deelfiets alsnog ver komen. Dus OV en (deel)fiets zijn een uitstekend duo!
De Ideale Deelfiets verlaagt de stalling druk op stations.
Op dit moment staan veel stallingen bij stations en OV-knopen vol met tweede stationsfietsen (die mensen gebruiken om naar hun werk of opleiding te gaan). Deze ‘tweede fietsjes’ staan vaak lang stil tussen 2 ritten en zorgen voor buitenproportionele parkeerdruk. Zo zorgen 9% van de gebruikers van de Utrechtse stationspleinstalling, die de fiets 3 of meer aaneengesloten dagen stallen, voor 63% van de parkeerdruk. De deelfiets kan op dit moment niet concurreren met het plaatsen van een permanente ‘tweede fiets’ in een stalling, zelfs niet als je daarvoor een stalling abonnement moet nemen. Een deelfiets die ‘een betere deal’ is dan een ‘tweede fietsje’ in de stalling bij je werk of opleiding zetten kan een grote hoeveelheid kostbare stallingsruimte vrij maken.
De Ideale Deelfiets is (samen met OV) een goed alternatief voor de auto.
In het recente KiM rapport over de potentiële modal shift van auto naar fiets-trein is berekend dat 3,4% van alle verplaatsingen met de auto ook met een altijd beschikbare fiets in het natransport gemaakt zou kunnen worden. Dat klinkt als weinig, tot je je beseft dat het gaat om meer dan 20 miljoen autoverplaatsingen per dag. Die 3,4% gaat dus over bijna 700,000 ritten per dag extra – evenveel als alle huidige fiets-treinritten bij elkaar. Ga je uit van elektrische fietsen in het natransport dan is de potentie zelfs 1 miljoen ritten per dag. Kijken we naar auto-kilometers en niet verplaatsingen, dan zouden die 700,000 ov-fietsritten 1/3e van alle auto-kilometers per dag kunnen vervangen
De Ideale Deelfiets is handiger en gezonder.
Vaak is het niet goed kunnen bereiken van één locatie met het OV de reden om de hele reisketen maar met de auto te doen. Met de Ideale Deelfiets zou je overal moeten kunnen komen op een fijne, snelle, comfortabele wijze. Het voordeel is dat mensen meer bewegen, niet alleen op het stukje natransport maar juist ook op hun hele reis.
Hoe realistisch is een vertienvoudiging?
Het vertienvoudigen van het aantal deelfietsers in het natransport klinkt ambitieus. Kijken we echter naar het huidige gebruik van deelfietsen, dan is dat eigenlijk vrij laag. Van de 580,000 dagelijkse treinritten met fiets in het voor of natransport, wordt op dit moment maar ~17,000 met de OV-fiets gemaakt. Tellen we andere deelfietsaanbieders daar bij op, dan gaat het alsnog maar over ongeveer 20,000 ritten. Van alle treinreizen per dag (bijna 1,3 miljoen) gebruikt dus maar 1,5% een deelfiets.
Er valt dus nog veel te halen. We denken dat een vertienvoudiging van dat aantal dagelijkse deelfietsritten van 20,000 naar 200,000 haalbaar is, op twee manieren:
Meer automobilisten het OV in.
Door de deelfiets aantrekkelijker te maken in het natransport wordt het OV voor meer mensen een goede optie, omdat zij hun eindbestemming ineens makkelijker en/of sneller kunnen bereiken. De miljoen autoritten die volgens het KiM-rapport in het beste geval met de deelfiets-trein combinatie zouden kunnen plaatsvinden, betekenen dus in feite een vervijftigvoudiging van het aantal deelfietsers in het natransport. 200,000 deelfietsritten lijkt ons dus wel haalbaar gezien het maar 20% is van die potentie.
Meer studenten de (deel)fiets op.
In veel gebieden is het beter als groepen studenten vanuit het OV op de deelfiets stappen, zodat er weer meer ruimte vrij komt voor nieuwe OV-reizigers. Door bijvoorbeeld deelfietsen ook onderdeel te maken van het studenten-OV, zouden een grote hoeveelheid spits-buslijnen op betere plekken ingezet kunnen worden.
Wat is er nodig voor een schaalsprong?
Wie springen er in de toekomst allemaal op een deelfiets? Waarheen? Waarom? Samen met fresk.digital hebben we gekeken naar de belangrijkste redenen om een deelfiets te pakken aan de hand van gebruikersscenario’s. Daaruit destilleren we vier kansrijke doelgroepen en een (voor hen) ideaal aanbod.
Scenario’s en doelgroepen
We zien enorme potentie voor woon-werk verkeer:
Reizen met OV en het laatste stukje naar je werk per deelfiets. Een goede optie voor iedereen die op enkele kilometers van een OV halte werkt (ook bij metro, tram, hoogwaardige bus). Mits daar voldoende deelfietsen tegen een goede propositie beschikbaar zijn. Omdat voor een forens de ritprijs van een OV-fiets (€4,65) te hoog is (tenzij de werkgever betaalt) zou een maandabonnement van €10 à €20 aantrekkelijk zijn (zoals bij een swapfiets of Donkey Republic).
Ook voor studenten en scholieren zien we die potentie:
Jongeren zijn al gewend aan het gebruik van deelfietsen en deelscooters. Voor hen zijn de kosten van frequent deelfietsgebruik veel te hoog. Met studenten-OV stappen ze gratis in de bus, maar voor de deelfiets betalen ze de volle mep. We houden een pleidooi deelfietsgebruik toe te voegen aan de OV-studentenkaart. Dit kan stapsgewijs worden ingevoerd.
Voor bezoekers van een stad in hun vrije tijd zien we veel potentie.
Bezoekers willen vaak naar meerdere plekken in een stad reizen. Met een deelfiets in een andere stad wordt die stad net zo begaanbaar als de eigen woonplaats. Het helpt daarbij enorm wanneer het OV-netwerk als achtervang kan dienen voor het geval er toch geen deelfiets beschikbaar is voor de terugweg.
Reizen naar zakelijke afspraken kan een deelfiets erg handig zijn
mits het aanbod breed aanwezig is, snel en betrouwbaar genoeg is om (samen met OV) een volwaardig alternatief voor de auto te vormen.
De opkomst van de elektrische deelfiets maakt het gebied wat bereikbaar is een stuk groter doordat men met plezier en in dezelfde tijd een grotere afstand aflegt.
Het ideale deelfietsaanbod
Wat zou er anders kunnen aan deelfietsen om drempels te verlagen en een sprong in gebruik te realiseren?
Overal beschikbaar: Veel meer fietsen op veel meer plekken.
Een deelfiets pakken moet vanzelfsprekend zijn met een minimale kans op misgrijpen. Ook door de dag heen moet de deelfiets voor je klaar staan (en niet opeens op zijn). Concepten als Wisselfiets en op hubs gebaseerde deelfietsen kunnen hier ook een bijdrage aan leveren.
Betaalbaar bij frequent gebruik (bijvoorbeeld met abonnement).
De prijs van een deelfiets is bij frequent gebruik al snel erg hoog. Volumekortingen of maandabonnementen zijn er meestal niet, en ook voor grotere groepen of gezinnen is het nu meestal geen optie om een deelfiets te pakken. Een groter aanbod aan abonnementen, goed aansluitend bij forensen en jongeren, is nodig om het frequente gebruik te stimuleren. Ook ‘fare capping’ (een limiet op de kosten per week of maand) zou verkend kunnen worden voor deelfietsen.
Gemakkelijk & flexibel voor gebruikers (bijvoorbeeld met hubs)
Het is een grote beperking als je de deelfiets weer op dezelfde plek moet inleveren. Een systeem met hubs waarbij je de fiets op veel plekken mag achterlaten in de stad en op OV-locaties (zonder boete) geeft veel flexibiliteit en kan veel gebruik aantrekken. Het station-based model van deelfietsen werkt goed voor de aanbieder, maar werkt zeer beperkend voor gebruikers. Zone- of freefloating deelfietsen, die je op verschillende plekken kan achterlaten, zorgen ervoor dat de deelfiets precies gebruikt kan worden waar ze nodig is en niet hoeft te concurreren met het OV of met lopen.
Een frictieloze overstap van OV naar de deelfiets (bijvoorbeeld een prominente plek)
Een deelfiets verdient een prominente plek en mag niet ergens achterin een fietsenstalling weggestopt worden. Het gaat ook over de bruikbaarheid van die deelfietsen en de vindbaarheid mèt en zonder MaaS-apps. Middels open standaarden zou het niet meer hoeven uitmaken van welke aanbieder de fiets is om de fiets te kunnen gebruiken, net zoals het nu voor je OV-pas ook niet uitmaakt welk busbedrijf je mee reist. We kunnen overal in het land reizen met OVPay op onze bankpas; waarom kunnen deelfietsen niet ook gehuurd worden op dezelfde manier?
Snelle, comfortabele deelfietsen.
In zeer veel gebruikersenqêtes komt naar voren dat snelheid en comfort de belangrijkste redenen zijn om een deelscooter te pakken. Tegelijkertijd is voor veel mensen de onervarenheid met scootterrijden een reden om ze links te laten liggen. Deel-e-bikes bieden het beste van beide werelden: vlotte verplaatsing door de stad, op een voertuig waar iedereen snel mee uit de voeten kan, zonder de overlast die scooters ook met zich mee kunnen brengen. De meeste deel-e-bikes in het land zijn echter op dit moment niet bijster comfortabel; door het gebruik van plastic wielen hebben ze nooit een lekke band, maar stuiteren ze over elke heuvel heen. In het buitenland zien we dat er meer dan genoeg comfortabele deel-e-bike opties zijn.
Overal beschikbaar, betaalbaar bij frequent gebruik, flexibel en comfortabel. Stuk voor stuk goed te doen lijkt ons. Misschien is het lastig om alle wensen te verenigen in één deelfiets. Wat ons betreft is de Ideale Deelfiets dan ook een aanbod van verschillende fietsen met verschillende eigenschappen, van één of meerdere partijen.
Overheden zullen een sleutelrol moeten spelen bij het faciliteren van de noodzakelijke infrastructuur en het creëren van een aantrekkelijk speelveld voor aanbieders. Voor het realiseren van deelfiets x 10 is er zeer waarschijnlijk structurele overheidsfinanciering nodig. Net als voor het (andere) openbaar vervoer en voor buitenlandse deelfietsystemen. Samenwerking met bedrijven en scholen is waarschijnlijk ook essentieel voor een doorbraak.
Conclusie
Om het deelfietsgebruik in Nederland naar een hoger niveau te tillen is er een schaalsprong nodig. Door in te zetten op een frictieloze overstap vanaf veel OV-locaties, met snelle, comfortabele en betaalbare deelfietsen die iedereen makkelijk kan huren, kan het aantal deelfietsritten vertienvoudigen van 20.000 naar 200.000 per dag. Hiervoor moeten we de juiste doelgroepen aanspreken, zoals forenzen, studenten en recreanten, en ideale deelfietsen aanbieden met voldoende beschikbaarheid, flexibiliteit en gebruiksgemak.
Zo kunnen we Nederland transformeren tot een land waar iedereen altijd en overal een fiets kan pakken en de maatschappelijke baten van actieve mobiliteit het meest tot hun recht komen.